RWM/CWM 2014

wetNaar aanleiding van de uitspraak van de Raad van State van 20 november 2013 heeft de Minister van Veiligheid en Justitie de Regeling wapens en munitie (RWM) en de Circulaire wapens en munitie (CWM) aangepast. De minister is van mening dat krachtens deze uitspraak moet worden aangenomen dat op grond van de huidige wet- en regelgeving, aan schietsportverenigingen niet langer de eis kan worden gesteld dat zij bij de KNSA zijn aangesloten. In verband daarmee zijn wijzigingen in de CWM 2014 doorgevoerd.
De minister is wel van mening dat schietsportverenigingen en hun leden, die niet bij de KNSA zijn aangesloten, aantoonbaar aan dezelfde eisen moeten voldoen als een bij de KNSA aangesloten vereniging en dus door de KNSA moeten worden gecertificeerd. Deze wijzigingen zijn verwerkt in de RWM(klik om te zien) en CWM(Kilk om te zien), waarvan de tekst hier is te downloaden.

 

Certificering:
Voor de bij de KNSA aangesloten verenigingen zijn de in de RWM en CWM doorgevoerde wijzigingen niet van invloed. KNSA-verenigingen hebben nog tot 1 januari 2015 de gelegenheid om zich door de KNSA te laten certificeren en bovendien zijn alle bij de KNSA aangesloten verenigingen verplicht al hun leden bij de KNSA aan te melden, zodat alle leden over een KNSA-licentie beschikken.

Voor de niet bij de KNSA aangesloten verenigingen geldt dat zij zich door de KNSA moeten laten certificeren voor de verkrijging en de verlenging van een verenigingsverlof. Voor individuele verlofhouders die niet over een KNSA-licentie beschikken, geldt dat zij bij de aanvraag en de verlenging van een verlof moeten aantonen dat zij lid zijn van een door de KNSA gecertificeerde vereniging. Een overgangstermijn is voor die verenigingen niet van toepassing. De KNSA zal deze verenigingen de certificering als zijnde een dienst gaan aanbieden. Het is evident dat daarvoor aan die verenigingen een passende vergoeding voor de gemaakte kosten in rekening wordt gebracht. De minister heeft in de CWM (artikel 2.1) nu wel de hoofdpunten c.q. minimale voorwaarden opgenomen waaraan de KNSA ter certificering zal toetsen.

De KNSA zal op korte termijn het Programma basiscertificering en het Reglement basiscertificering zodanig aanpassen, dat ook niet bij de KNSA aangesloten verenigingen een aanvraag voor certificering kunnen doen en voor die verenigingen zal ook een andere aanvraagprocedure worden gehanteerd.

Herintreders:
Met enige regelmaat ontstonden er misverstanden bij politie, verenigingen en sportschutters bij de aanvraag van een verlof wanneer de betrokkene reeds eerder een verlof heeft gehad. Die onduidelijkheid is nu weggenomen door een nieuw artikel (CWM 2.8.3) ten behoeve van zogenaamde herintredende verlofhouders. Het komt erop neer dat de verlofaanvrager een beroep kan doen op oude rechten, en in de praktijk betekent dat dat wanneer een aanvrager van een verlof kan aantonen dat hij of zij reeds eerder over een verlof tot het voorhanden hebben van een vuurwapen heeft beschikt, de zogenaamde ‘fasering’ niet van toepassing wordt verklaard.

Het is dus niet verplicht dat het eerste verlof uitsluitend wordt verleend voor vuurwapens die passen in olympische disciplines. De bewijslast ligt in beginsel wel bij de aanvrager; bijvoorbeeld door het kunnen tonen van een kopie van een vorig verlof. Gehandhaafd wordt wel de voorwaarde dat bij de aanvraag van een verlof, het eerste verlofjaar slechts voor één (1) vuurwapen is en dat daaraan voorafgaand, een minimaal verenigingslidmaatschap van één (1) jaar is vereist. Voor deze herintreders blijft wel van toepassing dat bij de aanvraag van een verlof in het eerste verlofjaar slechts één (1) vuurwapen op het verlof mag worden bijgeschreven. Gehandhaafd wordt ook dat voorafgaande aan de verstrekking van dat verlof, minimaal één (1) jaar verenigingslidmaatschap is vereist.

 

BRON: KNSA nieuwsbrief